Observaties Hoofdpijn, in het bijzonder migraine. Diagnose volgens de classificatie van de International Headache Society (IHS) Samenvatting
Hoofdpijn is een symptoom. Als hoofdpijn de hoofdklacht is en er zijn geen aanwijzingen voor een onderlig-gende aandoening, dan wordt dit primaire hoofdpijn genoemd. Ook kan er sprake zijn van een onderliggende aandoening waarbij hoofdpijn optreedt. Dit wordt secundaire hoofdpijn genoemd. Er zijn 4 categorieën pri-maire hoofdpijn en 10 categorieën secundaire hoofdpijn, welke zijn ingedeeld in een classificatiesysteem opgesteld door de International Headache Society (IHS). Van de primaire hoofdpijnvormen zijn migraine en spanningshoofdpijn de meest bekende. Elke categorie heeft weer zijn eigen diagnostische criteria om een objectieve diagnose te kunnen stellen. Van de patiënten met migraine heeft 85% migraine zonder aura en 15% migraine met aura. Ook deze diag-noses moeten voldoen aan bepaalde criteria om met zekerheid te worden gesteld. Bij migraine met aura treden vrij karakteristieke auraverschijnselen op. Als deze in relatie met hoofdpijn optreden, is de diagnose gemakkelijk te stellen. Aura’s kunnen echter ook zonder hoofdpijn optreden en atypisch verlopen. De pathofysiologie van migraine is nog niet bekend, wel bestaan er theorieën over, waarbij neuropeptiden (Calcitonine-gen gerelateerd peptide en substantie P) een rol spelen. Een aura ontstaat door een verminderde bloeddoorstroming in de occipitale cortex en vandaar spreidend naar voren: cortical spreading depression. De therapie van migraine bestaat uit de behandeling van een acute aanval met eenvoudige pijnstillers of spe-cifieke antimigraine middelen. Bij zeer frequente of langdurige aanvallen kan een preventieve behandeling worden overwogen. Trefwoorden Inleiding
maanden geleden heeft hij gemiddeld één aanval per
Hoofdpijn is voor neurologen een zeer belangrijke
1-2 maanden, echter de laatste zes maanden gemid-
klacht. Twintig procent van alle patiënten die een neu-
deld eenmaal per twee weken. De voorgeschiedenis
roloog ziet, heeft hoofdpijn. Hoofdpijn is een symp-
vermeldt een appendectomie en een hernia inguinalis.
toom, dat geïsoleerd kan optreden zoals bij migraine,
Als medicatie gebruikt hij rizatriptan 10 mg zonodig
maar ook bij een groot aantal onderliggende aandoe-
bij een aanval. De familieanamnese vermeldt dat zijn
ningen, meestal neurologisch problemen, maar ook bij
interne aandoeningen. Om meer duidelijkheid te ver-
Bij neurologisch onderzoek is de bloeddruk 110/70
schaffen in de verschillende soorten hoofdpijn en om
mmHg. De hersenzenuwen laten geen afwijkingen
dit symptoom beter te kunnen classificeren, zijn er in
zien. De kracht, sensibiliteit en reflexen van armen en
1988 criteria opgesteld die zijn vastgelegd in de Inter-
benen zijn normaal. De voetzoolreflex laat beiderzijds
national Headache Society (IHS) criteria (1). Hiermee
plantairflexie zien. Er is geen kloppijn op de sinussen.
wordt ook wetenschappelijk onderzoek naar hoofd-
De diagnose migraine zonder aura wordt gesteld en
pijnvormen uniformer en beter vergelijkbaar. Aan de
er wordt geen aanvullend onderzoek verricht. Patiënt
hand van enkele casus worden diverse aspecten van
wordt gerustgesteld en tijdelijke profylaxe met topira-
hoofdpijn en in het bijzonder migraine belicht.
maat 2 dd 50 mg wordt gestart. Hierop heeft hij geen migraine meer gehad. (Diagnose volgens IHS classifi-
catie: migraine zonder aura (A 1-1)).
Een 52-jarige man heeft al acht jaar last van hoofdpijn. Deze hoofdpijn komt in aanvallen opzetten. Hij staat
er vaak ’s ochtends mee op. De hoofdpijn is meestal
Een 38-jarige vrouw komt zonder verwijzing naar
links frontaal gelokaliseerd en kloppend van aard en
de spoedeisende hulp. Zij heeft sinds vier dagen last
gaat vaak gepaard met misselijkheid en braken. Patiënt
van hoofdpijn, beiderzijds frontaal. De hoofdpijn is
is daarbij overgevoelig voor licht en geluid. Hij blijft
’s ochtends vrij acuut ontstaan, maar het is onduidelijk
het liefste de hele dag in bed liggen. Hij heeft hierbij
of deze peracuut is ontstaan. De hoofdpijn is aanvanke-
geen verdere autonome verschijnselen (geen traanoog,
lijk de eerste dag na een aantal uren minder geworden,
conjunctivale roodheid of Horner syndroom). Tot zes
maar neemt de derde dag weer toe. Is beiderzijds fron-
Medisch Journaal - jaargang 36 - nummer - 2007
Valkenburg Tabel 1 International Headache Society (IHS) classificatiesysteem. A Primaire hoofdpijnvormen Migraine
kortdurende unilaterale neuralgiforme hoofdpijnaanval-
len met conjunctivale injectie en traanvorming (SUNCT-
shortlasting unilateral neuralgiform headache attacks with
periodieke symptomen bij kinderen die meestal voorlopers
waarschijnlijke trigeminale autonome cephalalgie
Andere primaire hoofdpijnvormen Spanningshoofdpijn
niet frequente episodische spanningshoofdpijn
primaire hoofdpijn die samenhangt met seksuele activiteit
plotseling optredende dagelijkse hoofdpijn
Clusterhoofdpijn en andere trigeminale autonome cefalalgieën B Secundaire hoofdpijnvormen
10.3 samenhangend met arteriële hypertensie
Hoofdpijn die samenhangt met een hoofd- en/ of nek-
10.7 samenhangend met een andere afwijking van de homeostase
acute hoofdpijn die samenhangt met whiplashletsel
chronische hoofdpijn die samenhangt met whiplashletsel
Hoofdpijn of aangezichtspijn die samenhangt met een
hoofdpijn die samenhangt met een traumatisch intra-
aandoening van schedel, nek, ogen, oren, neus, sinussen, gebit, mond of andere faciale of craniële structuren
hoofdpijn die samenhangt met een ander hoofd- en/of
11.1 samenhangend met een aandoening van craniaal bot
11.2 samenhangend met een aandoening van de nek
11.3 samenhangend met een aandoening van de ogen
11.4 samenhangend met een aandoening van de oren
Hoofdpijn die samenhangt met een craniële of cervicale vasculaire aandoening
11.6 samenhangend met een aandoening van het gebit, de kaken
niet traumatische intracraniële bloeding
11.7 hoofdpijn of aangezichtspijn samenhangend met het kaak-
niet geruptureerde vasculaire malformatie
11.8 samenhangend met een andere aandoening van schedel,
pijn die samenhangt met de art carotis of art vertebralis
nek, ogen, oren, neus, sinussen, gebit, mond of andere
samenhangend met andere intracraniële vasculaire
Hoofdpijn die samenhangt met een psychiatrische stoornis Hoofdpijn die samenhangt met een niet-vasculaire
12.1 samenhangend met een somatische aandoening
intracraniële aandoening
12.2 samenhangend met een psychotische aandoening
Craniële neuralgieën en centrale oorzaken van
niet-infectieuze inflammatoire aandoening
aangezichtspijn
13.2 neuralgie van de nervus glossopharyngeus
13.3 neuralgie van de nervus intermedius
samenhangend met Chiari- malformatie type 1
13.4 neuralgie van de nervus laryngeus superior
syndroom van passagère hoofdpijn en neurologische uit-
13.5 neuralgie van de nervus nasociliaris
valsverschijnselen met lymfocytose in liquor cerebrospinalis
13.6 neuralgie van de nervus supraorbitalis
(HaNDL- syndrome of transient Headache and Neurological
Deficits with cerebrospinal liquid Lymphocytosis)
13.8 neuralgie van de nervus occipitalis
andere niet-vasculaire intracraniele aandoeningen
13.10 hoofdpijn als gevolg van externe compressie
Hoofdpijn die samenhangt met stoffen of hun
13.11 hoofdpijn als gevolg van een koude prikkel
onthouding
13.12 constante pijn veroorzaak doordat structurele laesies
geinduceerd door acuut gebruik van of acute blootstelling
hersenzenuwen of de bovenste cervicale wortels
als gevolg van overmatig medicatiegebruik
als bijwerking van chronisch gebruikte medicatie
13.15 hoofd- of aangezichtspijn die samenhangt met herpes
Hoofdpijn die samenhangt met een infectie
samenhangend met een intracraniële infectie
samenhangend met een systemische infectie
13.18 centrale oorzaken van aangezichtspijn
13.19 andere craniële neuralgieën of andere centraal
Hoofdpijn die samenhangt met een afwijking van de Andere hoofdpijn, craniële neuralgie, centrale of homeostase primaire aangezichtspijn
10.1 samenhangend met hypoxie en/of hypercapnie
14.1 niet elders geclassificeerde hoofdpijn
Medisch Journaal - jaargang 36 - nummer - 2007
taal gelokaliseerd en is drukkend en kloppend van aard.
Concluderend is er bij patiënte een virale meningitis.
De pijn straalt ook enigszins uit naar de nek. Patiënte is
De klachten verbeteren zonder verdere behandeling
er misselijk bij. Zij vertoont geen braakneiging, maar is
(behoudens pijnstilling) na enkele weken. (Diagnose
overgevoelig voor licht en geluid. Zij ligt het liefst in
volgens IHS classificatie: Hoofdpijn die samenhangt
bed. De hoofdpijn is nu erger dan vier dagen geleden.
met een intracraniële infectie (B 9-1)).
Patiënte is niet recent verkouden geweest en heeft geen griepachtig beeld of diarree gehad. De voorgeschiedenis
vermeldt dat zij tot twee jaar geleden frequent last had
Een 30-jarige vrouw komt op de polikliniek. Zij be-
van migraine. Zij dacht ook nu weer een migraine aan-
merkte drie dagen tevoren plots gezichtsvelduitval
val te hebben, maar de hoofdpijn ging niet over. De ver-
links, die ongeveer 20 minuten duurde. Na vijf minu-
dere voorgeschiedenis vermeldt geen bijzonderheden.
ten voelde zij ook tintelingen in de linkergelaatshelft.
Als medicatie gebruikt ze alleen orale anticonceptie. Zij
Zij kan niet aangeven of deze direct met de visus-
rookt 10 sigaretten per dag en gebruikt weinig alcohol.
klachten zijn ontstaan. Deze duurden ongeveer 10-15
Bij lichamelijk onderzoek wordt een bloeddruk van
minuten. Na deze klachten was zij weer klachtenvrij.
140/85 mmHg gemeten, pols regulair equaal, tempera-
Erna heeft zij geen hoofdpijn gekregen, ook niet een
tuur 37,1 gr C. Onderzoek van hart, longen en buik laat
licht drukkend gevoel in het hoofd. Patiënte is rechts-
geen afwijkingen zien. Bij neurologisch onderzoek is
zij niet nekstijf en tonen de hersenzenuwen geen af-
De voorgeschiedenis vermeldt sinds twee jaar een
wijkingen. Bij onderzoek van de armen en benen zijn
lichte hypertensie, die wordt gecontroleerd door de
kracht, sensibiliteit en reflexen normaal en toont de
huisarts en waarvoor zij geen medicatie gebruikt. Als
voetzoolreflex beiderzijds plantairflexie. Differentiaal
overige medicatie gebruikt zij alleen marvelon als anti-
diagnostisch wordt gedacht aan een atypische migraine,
conceptie. De familieanamnese vermeldt een myocard-
mede gezien de voorgeschiedenis, echter de duur is te
infarct van haar vader op de leeftijd van 60 jaar.
lang en het beloop atypisch. Spierspanningshoofdpijn
Het neurologisch onderzoek is volledig ongestoord.
wordt overwogen, echter foto- en fonofobie passen
De bloeddruk is 140/85 mmHg, pols regulair en
hier niet bij. Een subarachnoidale bloeding is zeker niet
equaal. Differentiaal diagnostisch wordt gedacht aan
uitgesloten. Anamnestisch is niet duidelijk te krijgen
een Transiënt ischemic attack (TIA) rechts occipitaal,
of de hoofdpijn peracuut is ontstaan. Subarachnoidale
mede gezien het gebruik van orale anticonceptie en
bloeding is een diagnose die niet mag worden gemist.
het bestaan van (lichte) hypertensie. Een andere mo-
Meningitis lijkt, gezien het ontbreken van koorts en
gelijkheid is migraineuze aura. Aanvullend onderzoek
nekstijfheid, niet waarschijnlijk. Sinustrombose en een
bestaat uit laboratoriumonderzoek, ECG, MRI schedel
ruimte-innemend proces in de hersenen behoren ook
en Duplex-Doppleronderzoek van de carotiden. Deze
Er wordt aanvullend onderzoek verricht: het labora-
Vier weken later komt zij ter controle. Zij had nog
toriumonderzoek is normaal. Er zijn normale nier- en
twee aanvallen gehad: nu begon het met karteltjes zien
leverfuncties en het glucose is 5,6 mmol/l. De leuko-
voor het rechtergezichtsveld en dit werd enkele minu-
cyten zijn 6,9 x 109 /l, het CRP 6 mg/l, het hemoglobine
ten later gevolgd door minder zicht en wazig zien in
7,8 mmol/l, en de hematocriet 0,39 l/l. Een CT-sche-
het rechtergezichtsveld. Dit duurde ongeveer 15 mi-
del wordt verricht zonder en met contrast; deze toont
nuten, daarna ontstond een licht drukkende hoofdpijn,
geen aanwijzingen voor een ruimte-innemend proces
diffuus in het hoofd welke twee uur duurde. Migraine
en er zijn geen aanwijzingen voor een subarachnoidale
met aura wordt als diagnose gesteld. (Diagnose vol-
bloeding. Vervolgens wordt liquoronderzoek verricht,
gens IHS classificatie: migraine met aura, zowel typi-
die een druk toont van 18 cm H O. De liquor bevat
sche aura met niet migraineuze hoofdpijn (IHS-clas-
100 kernhoudende cellen per microliter, een normaal
sificatie A 1-2-2) als typische aura zonder hoofdpijn
eiwitgehalte en een normale glucose. Kweken worden
ingezet die positief blijken te zijn voor enterovirus. Tabel 2. Diagnostische criteria migraine zonder aura Tabel 3. Diagnostische criteria migraine met aura
A. Tenminste 5 aanvallen die voldoen aan B tot D
A. Tenminste 2 aanvallen die voldoen aan B en C
B. Hoofdpijn aanvallen die 4 tot 72 uur duren (onbehandeld
B. Tenminste 3 van de volgende vier kenmerken:
1. Volledig herstellende aura symptomen die zijn te
C. De hoofdpijn heeft tenminste 2 van de volgende kenmerken
2. Tenminste één aurasymptoom ontwikkelt zich
geleidelijk gedurende tenminste 5 minuten of twee of
meer symptomen ontwikkelen zich na elkaar
4. Toename door gewone lichamelijke inspanning
3. Elk symptoom duurt korter dan 60 minuten; als meer
aurasymptomen zich na elkaar ontwikkelen, kan de
D. Tijdens de hoofdpijn tenminste een van de volgende
4. Hoofdpijn begint tijdens de aura of (vaker) volgt op de
aura met een symptoomvrij interval van minder dan 60
E. Niet toegeschreven aan een andere aandoening
C. Niet toegeschreven aan een andere aandoening
Medisch Journaal - jaargang 36 - nummer - 2007
Valkenburg Discussie
‘Migraine met aura’ (IHS classificatie A 1-2) wordt
Hoofdpijn is een symptoom dat diverse oorzaken kan
hebben. Het kan een op zichzelf staande hoofdpijn zijn
Een aura is een complex van neurologische sympto-
(spanningshoofdpijn) of als onderdeel van een symp-
men, reversibel van aard, dat aan de hoofdpijn vooraf-
tomencomplex optreden (migraine). Ook kan het een
gaat of tijdens de hoofdpijn optreedt. Ook kan een aura
symptoom zijn dat secundair optreedt bij een onderlig-
optreden zonder begeleidende hoofdpijn. De meeste
gende (neurologische) aandoening, bijvoorbeeld een
auraverschijnselen ontwikkelen zich gedurende 5 tot
hersentumor. Voor de verdere diagnostiek die wel of
20 minuten en duren meestal korter dan 60 minuten.
niet moet plaatsvinden en voor de behandeling is het
Bij 15% van de migrainepatiënten treedt een aura op.
derhalve noodzakelijk dat hoofdpijn op systematische
De meeste aura’s zijn visueel van aard en nemen speci-
wijze wordt ingedeeld en gediagnosticeerd. Hiervoor
fieke vormen aan. Zij kunnen optreden als flikkerende
is in 1988 een classificatiesysteem opgesteld door de
beelden, heel bonte kleurschakeringen of zaagtandvor-
International Headache Society (IHS). Deze is ge-
mige figuren die langzaam komen opzetten en door het
publiceerd in het tijdschrift Cephalalgia1. In 2004 is
gezichtsveld heen trekken. Een aura kan een flikkerend
deze classificatie gereviseerd (tabel 1)2. In dit systeem
puntje zijn, fotopsie genoemd, of als een waas optre-
bestaan 14 categorieën voor hoofdpijn, die in twee
den voor één of beide gezichtsvelden (wat ’s zomers
hoofdgroepen worden ingedeeld: de primaire hoofd-
als ‘zinderend asfalt’ aangegeven wordt) (figuur 1).
pijnvormen (categorie 1-4) en de secundaire hoofd-
Behalve visusklachten kunnen aura’s ook bestaan uit
pijnvormen (categorie 5-14). Bij primaire hoofdpijn is
sensibele klachten, zoals tintelingen of doof gevoel,
de hoofdpijn zelf het probleem. Bij secundaire hoofd-
meestal rond de mond of in de arm optredend, soms in
pijn is er sprake van een onderliggende aandoening die
een gehele lichaamshelft. In zeldzame gevallen treedt
de hoofdpijn veroorzaakt (symptomatische hoofdpijn).
een monoparese, hemiparese of dysfasie op.
De classificatie is dus voor de secundaire hoofdpijn
Als de diagnose ‘migraine met aura’ wordt gesteld, zijn
tevens een etiologisch systeem, waarbij de onderlig-
tenminste twee aanvallen nodig die moeten voldoen
gende oorzaak wordt aangegeven. Voor de primaire
aan drie van de volgende vier kenmerken (tabel 3): één
hoofdpijnen is het een meest beschrijvend systeem
of meer volledig passagère neurologische symptomen,
mede daar de onderliggende pathofysiologie van deze
te weten een aura die zich in ongeveer vijf minuten
hoofdpijnen nog verre van duidelijk is. De laatste ja-
ontwikkelt of meerdere symptomen die zich na elkaar
ren is hier echter wel steeds meer inzicht in ontstaan.
ontwikkelen. Een aura duurt korter dan 60 minuten en hoofdpijn na de aura met een symptoomvrij interval
Iedere hoofdpijnvorm, zoals in tabel 1 is beschreven,
van minder dan 60 minuten of hoofdpijn al tijdens de
heeft zijn eigen diagnostische criteria. Ik beperk mij
aura optredend. Er zijn maar twee aanvallen nodig om
nu tot de verschillende vormen van migraine (A 1). 85
de diagnose te kunnen stellen, omdat een typische aura
Procent van de patiënten met migraine heeft migraine
De hoofdpijn van migraine met aura komt vaak over-
Er zijn vijf criteria waaraan hoofdpijn moet voldoen om
een met die van migraine zonder aura. Patiënten die
als ‘migraine zonder aura’ gediagnosticeerd te worden
migraine met aura hebben, hebben vaak ook migraine
(tabel 2). Er zijn vijf aanvallen nodig die elk 4 tot 72
zonder aura. Een aura duurt meestal 20-30 minuten,
uur moeten duren. Deze aanvallen moeten tenminste
gaat meestal vooraf aan de hoofdpijn, maar kan ook
twee van vier pijnkenmerken hebben en één van twee
tijdens de hoofdpijn optreden. In tegenstelling tot
begeleidende verschijnselen. De pijnkenmerken zijn:
de verschijnselen bij een TIA (transient ischemic at-
unilateraal gelokaliseerd, pulserend van aard, matige tot
tack) ontwikkelen de verschijnselen van een aura zich
hevige intensiteit en toename door gewone lichamelijke
meestal geleidelijk. De meeste aura’s hebben visuele
inspanning. Begeleidende verschijnselen zijn misselijk-
kenmerken en er kan een combinatie van verschillen-
heid en/of braken of foto- en fonofobie. Daarbij moeten
de aura’s optreden zoals visuele symptomen, gevolgd
andere oorzaken van migraine zijn uitgesloten. Figuur 1. Enkele verschillende auravormen.
Medisch Journaal - jaargang 36 - nummer - 2007
Migraine met aura wordt in de IHS classificatie weer
cine, acetylsalicylzuur, GABA-agonisten (zoals val-
onderverdeeld in verschillende vormen (tabel 4). Een
aura kan worden gevolgd door hoofdpijn, die niet typisch is voor migraine. Dus ook lichte hoofdpijn
Medicamenteuze therapie
kan bij een aura optreden. In principe kan elke soort
De behandeling van migraine bestaat uit enerzijds de
hoofdpijn bij een aura optreden, ook clusterhoofdpijn,
behandeling van een acute aanval en anderzijds een
echter dit is zeldzaam. Ook kan een aura optreden zon-
profylactische behandeling, dus het voorkomen van
der begeleidende hoofdpijn (migraine met aura zonder
De medicamenteuze behandeling van een migraine-aanval kan allereerst met eenvoudige pijnstillers wor-
Pathofysiologie
den geprobeerd zoals paracetamol of aspirine. Tevens
De onderliggende pathofysiologische mechanismen
is behandeling mogelijk met NSAID’s. Als er misse-
bij migraine zijn nog steeds niet goed bekend. Wel be-
lijkheidklachten en/of braken optreden kan een anti-
emeticum bijgegeven worden, bijvoorbeeld metoclo-
Bij 25% van de patiënten met migraine treden binnen
24 uur voorafgaand aan een migraine-aanval symp-
Indien het effect van deze middelen onvoldoende is,
tomen op van opgewondenheid, prikkelbaarheid,
kan worden besloten om specifieke antimigraine mid-
neerslachtigheid, sufheid, honger- of dorstgevoel. Dit
delen te geven. Tot deze middelen behoren de ergotal-
worden ‘premonitory signs’ genoemd. Deze wijzen op
kaloïden en de triptanen. Momenteel wordt de voor-
een oorsprong in de hypothalamus. De nucleus supra-
keur gegeven aan de laatste groep middelen omdat
chiasmaticus in de hypothalamus zorgt voor het dag-
deze een beter effect hebben en een gunstiger bijwer-
en nachtritme en is mogelijk verantwoordelijk voor de
kingenprofiel. Er zijn tegenwoordig zeven verschillen-
periodieke terugkeer van migraine-aanvallen3.
de triptanen op de markt, die wat betreft werkzaamheid
De migraine-aura ontstaat door een vermindering van
niet veel van elkaar verschillen. Deze zijn almotriptan,
de bloeddoorstroming (oligemie) in de cortex. Deze
eletriptan, frovatriptan, naratriptan, rizatriptan, suma-
veranderde doorbloeding begint meestal in de occipi-
triptan en zolmitriptan. Echter, indien een patiënt geen
tale cortex en spreidt zich vervolgens uit naar voren. Dit
effect ervaart op een bepaalde triptan, is het de moeite
wordt ‘cortical spreading depression’ genoemd. Dit is
waard een andere triptan te proberen daar deze dan
aangetoond met SPECT en PET onderzoek4,5. Klinisch
wel effectief kan zijn. De toedieningsvorm is meestal
hoeft dit niet te leiden tot symptomen, maar het zou de
oraal. Sumatriptan heeft ook een intranasale, rectale
oorzaak van een visuele aura kunnen zijn. Onduidelijk
is of dit mechanisme ook optreedt bij migraine zonder
Triptanen hebben drie potentiële werkingsmechanis-
aura. Bij migraine met aura kan er sprake zijn van over-
men: craniële vasoconstrictie, remming van perifere
matige neuronale prikkelbaarheid, waarbij de amino-
neuronen en remming van transmissie via tweedeorde
zuren glutamaat en aspartaat betrokken zijn. Een lage concentratie magnesium kan de reactiviteit van een aspartaatreceptor verhogen die mogelijk betrokken is
Tabel 4. Subclassificatie migraine IHS criteria
bij het ontstaan van een ‘spreading depression’6.
Hoofdpijn ontstaat door activatie van het trigeminus-
systeem. Een eerste theorie is dat neuronen in het gan-
glion trigeminale substantie P en calcitonine-gen gere-
1.2.1 Typische aura met migraineuze hoofdpijn
lateerd peptide (CGRP) bevatten. Deze stoffen worden
1.2.2 Typische aura met niet-migraineuze hoofdpijn
afgegeven als het ganglion trigeminale wordt geacti-
veerd. Deze neuronen innerveren vervolgens de grote
cerebrale arteriën en de dura mater. Deze vezels ont-
1.2.5 Sporadische hemiplegische migraine
springen uit de eerste tak, de n. ophthalmicus, van de n.
trigeminus. Stimulatie van de craniële vaten veroorzaakt
Periodieke syndromen bij kinderen die vaak voorlopers
bij de mens pijn. Een andere theorie is dat de pijn bij
migraine wordt veroorzaakt door een steriel neurogeen
inflammatieproces. Bij stimulatie van de n. trigeminus
1.3.3 Benigne paroxysmale vertigo bij kinderen
komen substantie P en CGRP vrij uit de sensorische
C-vezels, wat leidt tot neurogene inflammatie. Deze
vrijgekomen neuropeptiden werken in op de vaatwand
en veroorzaken dilatatie, extravasatie van plasma en
steriele inflammatie. Dit leidt tot lekkage van plasmapro-
1.5.3 Persisterende aura zonder herseninfarct
teïnen naar de dura mater, wat leidt tot hoofdpijn.
Deze theorie kan ook de werking van de huidige
triptanen verklaren. Dit zijn serotonineagonisten.
Deze agonisten voorkomen lekkage van albumine.
1.6.1 Waarschijnlijke migraine zonder aura1.6.2 Waarschijnlijke migraine met aura
Neurogene extravasatie van plasma-eiwitten wordt
1.6.3 Waarschijnlijke chronische migraine
ook geblokkeerd door ergotalkaloïden, indometha-
Medisch Journaal - jaargang 36 - nummer - 2007
Valkenburg
neuronen van het trigeminocervicale complex. Het is
Conclusie
nog niet bekend welk mechanisme het belangrijkste
Hoofdpijn is een zeer veel voorkomende klacht. Het
is. Wel is bekend dat deze mechanismen de effecten
stellen van de diagnose ‘migraine’ is vaak niet moeilijk.
van geactiveerde nociceptieve afferente trigeminusve-
Echter, regelmatig is er sprake van hoofdpijn, waarbij
zels remmen, waardoor een acute migraine-aanval kan
een duidelijke diagnose niet direct te stellen is. Met
behulp van de International headache criteria wordt
Contra-indicaties voor deze groep middelen zijn on-
een diagnose eenduidiger gesteld, wat uiteindelijk leidt
gereguleerde hypertensie, ischemische hartaandoenin-
tot een nauwkeuriger diagnose en daaruit volgend een
gen en cerebrovasculaire aandoeningen, daar triptanen
soms betere therapiekeuze. Het stellen van de diagnose
constrictie van coronairvaten kunnen geven.
migraine is zeer belangrijk daar dit tegenwoordig een goed behandelbare oorzaak van hoofdpijn is.
Preventieve behandeling vindt plaats om de frequen-tie, duur of hevigheid van aanvallen te beperken. Een richtlijn is dat patiënten profylaxe gaan gebruiken als
Literatuur
er sprake is van twee of meer aanvallen per maand, die
1. Headache Classification Committe of the International
gemiddeld 2-3 dagen aanhouden en waarbij de patiënt
Headache Society. Classification and diagnostic criteria
in hoge mate wordt belemmerd in zijn dagelijks func-
for headache disorders, cranial neuralgia, and facial pain.
tioneren. Ook kan hiervoor worden gekozen als acute
medicatie niet werkt of gecontraindiceerd is, danwel
2. The international classification of headache disorders. 2nd
overmatig wordt gebruikt. Over het algemeen wordt
edition. Cephalalgia 2004; 24(suppl 1): 1-160.
3. Swaab DF, Hofman MA, Lucassen PJ et al. Functional
gestart met een lage dosis die geleidelijk kan worden
neuroanatomy and neuropathy of the human hypothalamus.
opgevoerd totdat er een therapeutisch effect is. Deze be-
handeling kan dan enkele maanden worden voortgezet.
4. Andersen AR, Friberg L, Skyhoj-Olsen T, Olesen J. SPECT
Migraine kan in het verloop van de behandeling, onaf-
demonstration of delayed hyperemia following hypoperfu-
hankelijk van deze behandeling, verbeteren. Derhalve
sion in classic migraine. Arch Neurol 1988; 45 : 154-159.
5. Woods RP, Iacoboni M, Mazziotta JC. Bilateral spreading
is het zinvol profylactische behandeling na geleidelijke
cerebral hypoperfusion during spontaneous migraine head-
afbouw weer te stoppen Profylactische behandeling
aches. N Eng J Med 1994; 331 :1689-1692.
vindt plaats door het gebruik van bètablokkers (pro-
6. Welch KM, Ramadan NM. Mitochondria, magnesium and
pranolol, atenolol, metoprolol), calciumantagonisten
migraine. J Neurol Sci 1995; 134 : 9-14.
(flunarizine), anti-epileptica (valproaat en topiramate),
7. Silberstein, Lipton, Goadsby. The pathophysiology of pri-
mary headache. In Silberstein, Lipton, Goadsby. Headache
serotineantagonisten (methysergide en pizotifeen) of
in clinical practice. 1st ed. Oxford University press 1998:
tricyclische antidepressiva (amitriptyline).
Medisch Journaal - jaargang 36 - nummer - 2007
Comparativa sobre los efectos de la irrigación subgingival con yodo o con clorhexidina en distintos parámetros periodontales. Donate E, Frías Mª C. Comparativa sobre los efectos de la irrigación subgingival con yodo o con clorhexidina en distintos parámetros periodontales. Cient Dent 2007;4;3:233-243. PalabRaS clavE El tratamiento periodontal no quirúrgico mejora Irrigaci�